vrijdag 23 december 2011

Muzikale waarden: kennis, verlichting, communicatie en plezier

Referentie:

Davies, Stephen, Musical Meaning and Expression, Ithaca – London: Cornell University Press, 1994, xii + 417 p.

 

Plaatskenmerk:

Eigen bibliotheek

 

Extract:

“It remains true (…) that (…) we value works in part for their expressiveness, or for the composer’s expressive achievement. Why do we do so? Four considerations that I do not regard as exclusive or unrelated might be offered in explanation of the phenomenon: The expression of emotions in music (i) conveys knowledge of the natures of emotions in music or, more directly, by arousing them, (ii) has a therapeutic effect (…), (iii) joins us with others, thereby providing a sense of community, (iv) gives pleasure in their contemplation.” (p. 271)

 

Commentaar:

Kennis, verlichting, communicatie en plezier worden hier genoemd als overwegingen bij het bepalen van muzikale waarden. Hoewel deze begrippen nog vrij algemeen zijn, vatten ze wel het totale domein samen waarop deze waardebepaling tot stand komt. Er is behoefte aan een grondige, genuanceerde uitwerking van deze vier begrippen in het kader van muzikale waarden, gekoppeld aan een uitgebreide lijst van voorbeelden. (STAP 3: Relevant boek uit Eigen bibliotheek)

We 'zijn' gelijk we ons verhouden tot de ander

Referentie:

Small, Christopher, Musicking. The meanings of performing and listening, Middleton: Wesleyan University Press, 1998, 230 p.

 

Plaatskenmerk:

Eigen bibliotheek

 

Extract:

“How we relate is who we are. Every way we can think of to specify a human being will involve a relationship with others. Our relationships specify us; they change as we change, and we change as they change. Who we are is how we relate. So it is that to affirm and celebrate our relationships through musicking, especially in company with like-feeling people, is to explore and celebrate our sense of who we are, to make us feel more fully ourselves.” (p. 142)

 

Commentaar:

De sociale deelname aan de muzikale uitvoering - waartoe niet alleen het musiceren behoort, maar alle handelingen die onderdeel zijn van de uitvoering en deze mogelijk maken - is vergelijkbaar met de manier waarop we relaties met anderen aangaan.  Dit staat direct in verband met wie we zijn. Small brengt hier de ontologische zijnsvraag in verband met sociale processen en rituelen die via het muzikale waarde krijgen. De menselijke afhankelijkheid van en relatie tot de ander, leert ons veel over ons zelf. (STAP 4: Relevant boek via bibliografie Martin M. J. Hoondert)

Sociale deelname aan de muzikale uitvoering

Referentie:

Hoondert, Martin J. M., “Muziek die ertoe doet. Over de ervaring van muziek als betekenisvolle structuur”, in: Vugt, Joost van (red.), Meer dan ontspanning alleen. Over het belang van muziek, Budel: Damon, coll. Soeterbeeck Programma Nijmegen, 2010, 80 p.

 

Plaatskenmerk:

Eigen bibliotheek

 

Extract:

“Dit onderscheid (tussen ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur, tussen ‘kunst’ en ‘entertainment’) gaat uit van muziek als ‘werk’ met analyseerbare kwaliteiten. Deze benadering doet geen recht aan de muzikale ervaring die, zeker ook bij populaire muziek, multisensorisch is. Ik stel dan ook voor, in navolging van onder meer Christopher Small, muziek niet te benaderen als werk (…) maar als performance. Small spreekt daarom niet van ‘music’, maar gebruikt consequent het werkwoord ‘to music’ als aanduiding van ‘taking part in a musical performance’. Deelnemen betekent voor Small zowel uitvoeren, luisteren, dansen en componeren, als kaartjes verkopen aan de kassa van een concertzaal en het schoonmaken van het podium. (p. 76)
(…) Betekenissen ontstaan in en door de performance. Deze betekenissen zijn niet geïsoleerd, zijn niet gebonden aan het individu, maar zijn altijd sociaal gevormd. Het proces van betekenistoekenning aan muziek is een sociaal proces. De betekenissen ontstaan in het netwerk van allen die betrokken zijn bij de act van ‘to music’. (p. 76-77)
(…) De muzikale performance realiseert een netwerk van menselijke relaties, echter niet zozeer de relaties zoals die daadwerkelijk bestaan, maar ideale relaties waarnaar we verlangen. Het betreft hierbij niet alleen relaties tussen mensen onderling, maar ook relaties met ons eigen lichaam, de kosmos, en de ons overstijgende wereld. Tijdens een muzikale uitvoering bereiken de gewenste relaties een virtueel bestaan, zodat de deelnemers deze kunnen ervaren alsof ze daadwerkelijk bestaan. Daarmee krijgt muziek het karakter van een ritueel. Niet alleen worden deze relaties tot een virtueel bestaan opgewekt, ze worden ook ‘explored, affirmed, and celebrated’, aldus Small.” (p. 77-78)

 

Commentaar:

De waarde van muziek zit niet alleen in de muziek zelf, maar vooral ook in alle aspecten die een bijdrage leveren aan het realiseren van het gehele muzikale ritueel. Hierdoor krijgt het ingewikkelde terrein van muzikale waarden een sociaal randje. Een onderdeel dat in deze visie op muzikale waarden nog onderbelicht lijkt, is het begrip kwaliteit. Wellicht is er een verband tussen de diepgang van de muzikale beleving en de kwaliteit van alle onderdelen van de act van ‘to music’. (STAP 3: Relevant boek via Eigen bibliotheek)

Deleuze: assemblage, relaties en waarde

Referentie:

Bogue, Ronald, Deleuze on Music, Painting and the Arts, New York – London: Routledge, 2003, xii + 221 p.

 

Plaatskenmerk:

Eigen bibliotheek

 

Extract:

“The stagemaker’s song is but one element of an intrinsic circuit of actions and objects, whose functioning is so fascinating precisely because it is so involved and so unlikely. It seems a mere bricolage of randomly gathered pieces held together by improvised means. And in no way can this be considered an anomalous assemblage, as one may see from any cursory review of the array of improbable circuits that inform many relationships between predator and prey, parasite and host, male and female, parents and progeny, etc.” (p. 72)

 

Commentaar:

Hoewel ik nog niet veel van dit citaat begrijp, ben ik wel geboeid door de, in mijn ogen, onorthodoxe manier waarop Deleuze spreekt over het functioneren en communiceren van creatieve processen. De versnipperde, bij elkaar gegrabbelde toevalligheid van vondsten, die als een assemblage gepresenteerd worden, zeggen veel over de relationele netwerkwerkelijkheid van de hedendaagse tijd, waarin tijdelijkheid, flexibiliteit, het nomadische en vluchtigheid kernwaarden zijn, ook binnen het muzikale domein. (STAP 3: Relevant boek via Eigen bibliotheek)

Muziek: een dubbele bemiddeling

Referentie:

Dewey, John, Art as Experience, New York: Penguin Group, 2005 (eerste druk 1934), 371 p.

 

Plaatskenmerk:

Eigen bibliotheek

 

Extract:

“Dr. Barnes has pointed out that not only are intellectual meanings carried over from past experiences to add expressiveness, but so are qualities that add emotional excitation, whether the excitation be of serenity or poignancy. “There are (…) in our mind in solution a vast number of emotional attitudes, feelings ready to be reëxcited when the proper stimulus arrives (…). What is called the magic of the artist resides in his ability to transfer these values from one field of experience to another, to attach them to objects of our common life (…).” Not (…) sense qualities as such, are either matter or form, but these qualities as thoroughly imbued, impregnated, with transferred  value.”

 

Commentaar:

De kunstenaar krijgt door Dewey een rol als bemiddelaar toebedeeld. Door zijn vermogen om expressieve en esthetische waarden te vertalen en te communiceren naar een kunstzinnige context, brengt hij de essentie van deze waarden over op zijn publiek.  In het feit dat kunst overdraagbaar is, dus in het overdraagbare zelf, schuilt de waarde van kunst. Bij muziek is er sprake van een ‘dubbele’ bemiddeling, namelijk die van componist naar uitvoerder en die van uitvoerder naar publiek. (STAP 3: Relevant boek via Eigen bibliotheek)